NJ 2007, 553
HR, 02-10-2007, nr. 03422/06
HR 02-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA7932
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
03422/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA7932
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA7932, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA7932, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑02‑2007
- Wetingang
Essentie
Bewezen is verklaard dat de verdachte opzettelijk middelen heeft verschaft tot het plegen van een misdrijf, te weten een moord. De verdachte was in algemene zin op de hoogte van het voornemen van de daders tot het plegen van een overval, hij had anders dan de daders geen voorbedachte raad ten aanzien van de dood van het slachtoffer, maar wel (voorwaardelijk) opzet op de dood van een slachtoffer. Het oordeel van het Hof dat het handelen van de verdachte als medeplichtigheid aan moord kan worden gekwalificeerd, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De opvatting dat ook bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.