RvdW 2007, 851
HR, 02-10-2007, nr. 02157/06
HR 02-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA5632
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02157/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA5632
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA5632, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA5632, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
In strijd met art. 126aa Sv is een telefoongesprek met een geheimhouder gebruikt voor het bewijs.
Ten laste van de verdachte is bewezen verklaard dat hij 91 bolletjes cocaïne Nederland heeft binnengebracht. Bewijsmiddel 10 houdt in dat aan de verdachte bij zijn verhoor is voorgehouden dat op 3 juni 2004 is gebeld met een dokterstelefoon en dat in dat gesprek door de verdachte wordt gezegd dat hij al drie dagen geen ontlasting heeft gehad. In cassatie moet ervan worden uitgegaan dat die telefoon werd bediend door een geheimhouder, te weten een arts, dan wel door iemand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.