RvdW 2007, 797
HR, 18-09-2007, nr. 01687/06
HR 18-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3610
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01687/06
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- LJN
BA3610
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA3610, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA3610, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2006
- Wetingang
Sv art. 62 lid 4, 344 lid 1 sub b; RR 1995 art. 8 lid 1 sub b, 10
Essentie
Vroeghulprapport en bewijs.
Mede tegen de achtergrond van de hulpverleningsrelatie tussen een reclasseringsambtenaar en een verdachte mag een verklaring van de verdachte in een vroeghulprapport van de reclassering niet als (aanvullend) bewijsmiddel worden gebruikt.
Samenvatting
Ter motivering van de bewezenverklaring van schuldheling van een mobiele telefoon heeft het Hof onder meer overwogen:
‘Uit de eigen verklaring van de verdachte, weergegeven in het over hem door de reclassering op 22 april 2005 uitgebrachte rapport, inhoudende dat de verdachte alleen ‘criminele’ vrienden heeft waardoor hij telkens in problemen komt, alsmede uit zijn verklaring, opgenomen als bewijsmiddel 3 leidt het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.