NJB 2007, 1855
HR, 04-09-2007, nr. 01434/06
HR 04-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4943
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 september 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Thomassen en Splinter-van Kan; na conclusie van A‑G Machielse tot verwerping van het beroep
- Zaaknummer
01434/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA4943
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA4943, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA4943, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑08‑2006
- Wetingang
Sr art. 138
Essentie
Het middel richt zich tegen de verwerping van een verweer, inhoudend dat van huisvredebreuk geen sprake was, omdat de bewoners van het pand, krakers, daarin zonder recht verbleven.De Hoge Raad overweegt dienaangaande: Art. 138Sr beoogt het huisrecht van een ander, dat hij ontleent aan de feitelijke bewoning, te beschermen. Daarbij is niet van belang of die bewoning geschiedt krachtens enig recht. Daarom is onjuist de opvatting waarop verweer en middel berusten, namelijk dat de omstandigheid dat het gebruik van de woning onrechtmatig zou moeten worden geacht, meebrengt dat van ‘wederrechtelijk’ binnendringen, als bedoeld in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.