NJB 2007, 1600
HR, 26-06-2007, nr. 02000/06
HR 26-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA2164
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 juni 2007
- Magistraten
Mrs. Corstens, Van Schendel en Thomassen
- Zaaknummer
02000/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA2164
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA2164, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA2164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
In het aangevoerde middel wordt erover geklaagd dat de redelijke termijn is overschreden in de aan de cassatie voorafgaande fase. Deze termijn is overschreden als het inzenden van stukken naar de Hoge Raad meer dan acht maanden achterwege blijft. Deze termijn vangt aan op het tijdstip waarop het beroep in cassatie is ingesteld en niet op de dag dat het arrest of het vonnis waarvan cassatie werd gewezen. De termijn van acht maanden moet bovendien niet berekend worden aan de hand van art. 88 Sr noch van art. 136 Sv, terwijl ook de Algemene Termijnenwet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.