RvdW 2007, 663
HR, 19-06-2007, nr. 03316/06
HR 19-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA3142
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 juni 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
03316/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BA3142
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA3142, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA3142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2007
Essentie
Art. 10a lid 1 Opiumwet ziet niet enkel op het voorbereiden of bevorderen van (deels) in Nederland gepleegde strafbare feiten als bedoeld in art. 10 lid 3 of 4 Opiumwet. Ook het voorbereiden van opzettelijk vervoeren van heroïne in België valt onder art. 10a Opiumwet.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 9 maart 2006, nummer 21/005493-04, in de strafzaak tegen: M.Ö. Adv. mr. J.P.J. Botterblom te Barneveld.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.