RvdW 2007, 650
HR, 19-06-2007, nr. 01590/06
HR 19-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA1709
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 juni 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01590/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA1709
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA1709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA1709, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2006
- Wetingang
Essentie
Nu verdachtes verklaring niet alle onderdelen betreft van het bewezenverklaarde — zij houdt immers niet in dat de verdachte erkent dat hij onder zodanige invloed van cannabis heeft gereden dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat was — is 's Hofs oordeel dat verdachte het bewezenverklaarde — duidelijk en ondubbelzinning — heeft bekend in de zin van art. 359 lid 3 Sv, onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 14 oktober 2005, nummer 22/005579-04, in de strafzaak tegen F.G.L.T.T.L. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.