NJ 2008, 395
HR, 29-05-2007, nr. 01311/06
HR 29-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA1644
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01311/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA1644
- JCDI
JCDI:ADS154776:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA1644, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA1644, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑08‑2006
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2, 439lid5, 440lid1
Essentie
1. Het opzet op de bedreiging met zware mishandeling kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid. Ook in het licht van art. 359 lid 2 Sv was geen andere motivering vereist, nu de bestreden uitspraak in de gebezigde bewijsmiddelen voldoende gegevens bevat voor de verwerping van het standpunt dat geen sprake was van opzet.
2. Dat in de bestreden uitspraak de strafmotivering ontbreekt leidt niet tot ambtshalve cassatie, nu daarover niet wordt geklaagd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Enkelvoudige Kamer, van 9 januari 2006, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.