RvdW 2007, 510
Betwiste betrouwbaarheid getuige; i.c. schending art. 359 lid 2 Sv.
HR 15-05-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ9353
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 2007
- Magistraten
F.H. Koster, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02897/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AZ9353
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ9353, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ9353, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2006
- Wetingang
Essentie
Hetgeen door de raadsvrouwe ter terechtzitting in hoger beroep — (uitvoerig) ter zake de ‘onbetrouwbaarheid’ — is aangevoerd met betrekking tot de verklaringen van de getuige x kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als een standpunt dat duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van het Hof naar voren is gebracht. Het Hof is in zijn arrest van dit uitdrukkelijk onderbouwde standpunt afgeweken door de desbetreffende verklaringen tot het bewijs te bezigen, maar heeft — in strijd met art. 359 lid 2 Sv — niet in het bijzonder de redenen opgegeven die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.