NJ 2007, 301
Rechtmatigheidsverweer R-C en gesloten stelsel van rechtsmiddelen.
HR 15-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0498
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 2007
- Magistraten
G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01377/06
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA0498
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA0498, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA0498, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑08‑2006
- Wetingang
Sv art. 181 lid 1; Sv art. 182 lid 1; Sv art. 445
Essentie
Het Hof heeft het verweer dat de rechter-commissaris ten onrechte een gerechtelijk vooronderzoek heeft geopend op de enkele grond om verdachtes veronderstelde rol in de IRT-affaire op te helderen op onjuiste gronden verworpen met zijn overweging dat een oordeel over de rechtmatigheid van het openen van een gerechtelijk vooronderzoek niet aan het Hof is gelet op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen. Het gaat hier immers niet om bevelen inzake de toepassing van bepaalde vrijheidsbenemende dwangmiddelen, waarbij vormverzuimen die betrekking hebben op zodanige bevelen kunnen worden voorgelegd aan de rechter-commissaris die krachtens de wet belast is met het toezicht op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.