HR, 08-05-2007, nr. 01874/06

Documentgegevens:

HR 08-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6708, m.nt. J.M. Reijntjes

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 8 mei 2007
Magistraten: Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
Zaaknummer: 01874/06
Conclusie: A-G Wortel
Noot: J.M. Reijntjes
LJN: AZ6708
JCDI: JCDI:ADS111574:1
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:AZ6708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6708, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2006
Wetingang: Sr art. 245 (oud) en 247 (oud); Sv art. 164

Essentie

Terzake van het in hoger beroep aan de tenlastelegging toegevoegde misdrijf van art. 247 Sr is geen klacht gedaan. Het slachtoffer verklaart ter zitting in hoger beroep dat zij het goed vindt dat verdachte wordt gestraft. Op grond daarvan neemt het hof aan dat het ontbreken van een klacht informele zin geen beletsel is voor de ontvankelijkheid van het OM. HR: In 's hofs oordeel ligt besloten dat het slachtoffer met deze verklaring alsnog een klacht heeft gedaan. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat a) art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.