NJB 2007, 1074
HR, 17-04-2007, nr. 03669/05
HR 17-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8824
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Van Dorst
- Zaaknummer
03669/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ8824
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8824, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8824, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑2007
- Wetingang
Sv art. 359a
Essentie
Wegens met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd, werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van 240 uren.
De twee aangevoerde middelen bevatten als klacht (1) dat het hof het beroep op niet-ontvankelijkheid van het OM in de vervolging dan wel bewijsuitsluiting op onjuiste dan wel ontoereikende gronden heeft verworpen en (2) dat het hof heeft verzuimd duidelijk en gemotiveerd te beslissen op een verzoek tot strafvermindering als bedoeld in de zin van art. 359a lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.