HR, 17-04-2007, nr. 01232/06

Documentgegevens:

HR 17-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8786

Instantie: Hoge Raad
Datum: 17 april 2007
Magistraten: Mrs. Davids, Van Dorst en Splinter-van Kan
Zaaknummer: 01232/06
Conclusie: A-G Vellinga
LJN: AZ8786
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:AZ8786, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8786, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑2007
Wetingang: Wegenverkeerswet 1994 art. 158; Wegenverkeerswet 1994 art. 159; Sv art. 141; Aanw.besch. opsporingsambtenaren Koninklijke Marechaussee art. 1; Politiewet 1993 art. 6; Politiewet 1993 art. 58

Essentie

De vraag of de aanhouding van de verdachte door de Koninklijke Marechaussee wegens verdenking van, kort gezegd, onder invloed besturen van een auto onrechtmatig was en derhalve tot vrijspraak moest leiden, wordt door het hof, door de A‑G bij de Hoge Raad en door de Hoge Raad bevestigend beantwoord.

Uitspraak

HOGE RAAD, ONDER MEER:

3.1

Het middel behelst de klacht dat het Hof de verdachte ten onrechte heeft vrijgesproken. Het betoogt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de aanhouding van de verdachte op onrechtmatige wijze is geschied en de ten gevolge van deze aanhouding verkregen onderzoeksresultaten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.