RvdW 2007, 431
Geen overschrijding redelijke termijn na betekening verstekmededeling cfm art. 588 lid 3(oud) Sv.
HR 17-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8779
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 april 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
01087/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ8779
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8779, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2007
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; Sv art. 588
Essentie
Geen overschrijding van de redelijke termijn, nu de verstekmededeling binnen een jaar na het arrest rechtsgeldig is betekend cfm art. 588 lid 3(oud) Sv. De na die betekening opgetreden vertraging komt voor rekening van de verdachte omdat redelijkerwijs ervan kan worden uitgegaan dat hij door die betekening op de hoogte is geraakt van de uitspraak.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 22 september 1999, nummer 22/002695–98, in de strafzaak tegen X.I. Adv. mr. E.R. Weening, te Rotterdam.