NJB 2007, 958
HR, 03-04-2007, nr. 01839/06
HR 03-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5505
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Splinter van Kan
- Zaaknummer
01839/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ5505
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5505, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ5505, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
Deze zaak gaat over de omvang van het hoger beroep en in het bijzonder over de vraag of de officier van justitie zijn beroep heeft beperkt.
In de appelmemorie, ingediend een dag voor appel werd ingesteld, had de officier van justitie aangevoerd dat het partiële beroep zich richtte tegen de vrijspraak van de onder 1 primair ten laste gelegde feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte werd door de rechtbank veroordeeld wegens twee andere feiten. Het hof ging er wegens de inhoud van de appelmemorie vanuit dat de officier van justitie op deze wijze een beperking in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.