NJB 2007, 955
HR, 03-04-2007, nr. 01100/06, nr. 02039/06
HR 03-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8349
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2007
- Magistraten
Mrs. Corstens, De Savornin Lohman en Ilsink
- Zaaknummer
01100/06
02039/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ8349
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8349, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8349, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2007
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2; Sv art. 359 lid 8
Essentie
In beide zaken wordt in cassatie (weer) een beroep gedaan op het betrekkelijk nieuwe voorschrift van art. 359 lid 2 dat ook in hoger beroep toepassing vindt.
Dat artikellid houdt in dat als het Openbaar Ministerie of de verdediging een duidelijk door argumenten geschraagd standpunt inneemt, voorzien van een ondubbelzinnige conclusie waarvan de rechter in zijn beslissing afwijkt, deze laatste in zijn beslissing de bijzondere redenen moet opgeven die tot die afwijking hebben geleid.
In de eerste zaak (het betreft een veroordeling wegens opzetheling en verboden vuurwapenbezit) wordt het middel van de verdediging waarin wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.