NJB 2007, 957
HR, 03-04-2007, nr. 00871/06
HR 03-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6680
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00871/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AZ6680
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6680, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6680, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2006
- Wetingang
Sv art. 29
Essentie
De grief, vervat in het middel, houdt in dat opsporingsambtenaren naar het telefoonnummer van de verdachte hadden gevraagd zonder dat hem tevoren ‘de cautie’ was gegeven. Zij mist echter belang omdat het hof zijn oordeel ook heeft doen steunen op de omstandigheid dat de verdachte aan de desbetreffende verbalisant toestemming had gegeven onderzoek te verrichten naar het telefoonverkeer van het door hem opgegeven telefoonnummer, welk oordeel de verwerping van het in het middel bedoelde verweer zelfstandig draagt.
De Hoge Raad voegt daar aan toe:
‘Opmerking verdient nog het volgende. Het kennelijke oordeel van het hof dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.