NJ 2007, 222
ISD-maatregel. Vaststelling eerdere straffen geheel ondergaan. Eisen aan advies.
HR 13-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4109, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 maart 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01531/06
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AZ4109
- JCDI
JCDI:ADS159913:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ4109, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑08‑2006
- Wetingang
Sr art. 38m
Essentie
1. In motivering van de maatregel is niet vastgesteld dat de straffen waartoe verdachte de vijf jaren voorafgaand aan de bewezenverklaring is veroordeeld ook daadwerkelijk heeft on-dergaan. In casu geen reden daaraan te twijfelen gelet op ver-dachtes verklaring ter zitting.
2. Voor een advies als bedoeld in art. 38m lid 1 Sr is niet vereist dat daarbij is gevoegd een zogenaamde RISc-rapportage.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 maart 2006, nummer 24/002005–05, in de strafzaak tegen W.W. van O. Adv. mr. M.C. van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.