HR, 13-03-2007, nr. 00926/06

Documentgegevens:

HR 13-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6133

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 13 maart 2007
Magistraten: Mrs. Corstens, De Savornin Lohman en Thomassen
Zaaknummer: 00926/06
Conclusie: A-G Bleichrodt
LJN: AZ6133
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:AZ6133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6133, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑09‑2005
Wetingang: Sv art. 348; Sv art. 350; Sv art. 351; Sv art. 352; Sv art. 353; Sv art. 354; Sv art. 355; Sv art. 356; Sv art. 357; Sv art. 358; Sv art. 359; Sv art. 404; Sv art. 415; Sv art. 431

Essentie

Persoonsverwisseling en daaruit voortvloeiende procedurele problemen.

In hoger beroep werd de als verdachte verschenen persoon vrijgesproken omdat door dactyloscopisch onderzoek kon worden vastgesteld dat deze persoon niet de persoon was van wie door de politie vingerafdrukken waren genomen en die zich bediende van de personalia van de (vrijgesproken) verdachte.

Het eerste middel, dat inhoudt dat het hof ten onrechte de echte G.F.V. heeft vrijgesproken, faalt omdat het middel berust op de onjuiste opvatting dat een persoon ten aanzien van wie een veroordelend vonnis is gewezen, niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen, indien vaststaat dat die persoon ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.