NJB 2007, 728
HR, 06-03-2007, nr. 00603/06
HR 06-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6109
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 maart 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en De Hullu
- Zaaknummer
00603/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ6109
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6109, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑03‑2007
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 2
Essentie
Voorbeeld van een geval waarin het hof ten onrechte heeft nagelaten te motiveren waarom het is afgeweken van een door de verdediging op onderscheiden gronden gedaan beroep op niet strafbaarheid van de ten laste gelegde eenvoudige belediging. Dit is niet alleen in strijd met art. 359 lid 2 Sv maar ook met art. 358 lid 3 Sv.
Uitspraak
HOGE RAAD, ONDER MEER:
3.1
De Hoge Raad verstaat het middel aldus dat het klaagt dat het Hof heeft verzuimd te beslissen op een door de verdediging gedaan beroep op niet-strafbaarheid van het feit.