HR, 27-02-2007, nr. 00044/06

Documentgegevens:

HR 27-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4077

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 27 februari 2007
Magistraten: Mrs. Corstens, Ilsink en Thomassen
Zaaknummer: 00044/06
Conclusie: A-G Wortel
LJN: AZ4077
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:AZ4077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ4077, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2006
Wetingang: Wegenverkeerswet 1994 art. 8; Wegenverkeerswet 1994 art. 9; Wegenverkeerswet 1994 art. 163

Essentie

De vraag wordt aan de orde gesteld of voor het ondergaan van een bloedproef in geval van verdenking van ‘rijden onder invloed’ alleen plaats is als het ondergaan van een ademonderzoek wegens het bestaan van bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is. Als die vraag bevestigend zou moeten worden beantwoord, zou bij ontbreken van die geneeskundige redenen een bevel om zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen achterwege moeten blijven. De Hoge Raad beantwoordt de vraag echter ontkennend omdat — nu verdenking was gerezen dat de verdachte verkeerde onder invloed van (ook) een andere stof dan alcoholhoudende drank — ook, zoals blijkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.