RvdW 2007, 245
De mededeling van verdachte niet te willen werken verzet zich niet tegen oplegging van een werkstraf.
HR 20-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6168
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01940/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AZ6168
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6168, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2006
- Wetingang
Essentie
Dwangarbeid? De enkele omstandigheid dat de verdachte te kennen heeft gegeven niet te willen werken verzet zich niet tegen het opleggen van een werkstraf. De verdachte kan in plaats van het uitvoeren van de werkstraf de subsidiair opgelegde hechtenis ondergaan en wordt dus niet tegen zijn wil te werk gesteld.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 7 oktober 2005, nummer 21/004747–04, in de strafzaak tegen R.A.M. Adv. mr. S.J. van der Woude te Amsterdam.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.