NJB 2007, 599
HR, 20-02-2007, nr. 01324/06J
HR 20-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5716
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, De Hullu en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01324/06J
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ5716
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5716, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ5716, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑08‑2006
- Wetingang
Sr art. 41
Essentie
Wegens poging tot zware mishandeling werd de verdachte in hoger beroep met toepassing van het strafrecht voor meerderjarigen veroordeeld tot een taakstraf (200 uren) en drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk.
Het namens hem gedane beroep op noodweer of noodweerexces werd door het hof verworpen voor wat betreft het beroep op noodweerexces omdat er ‘geen sprake was van noodzaak tot verdediging’ daar de verdachte zich aan de dreigende aanranding had kunnen onttrekken.
De Hoge Raad zet onder a en b uiteen wanneer er sprake kan zijn van noodweerexces en beslist op grond van het onder b gestelde dat ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.