RvdW 2007, 264
Ontvankelijkheid beklag in geval van teruggave van inbeslaggenomen hond aan een derde.
HR 20-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1656
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00176/06B
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AZ1656
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1656, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ1656, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2006
- Wetingang
Sv art. 116; Sv art. 552a lid 2; Sv art. 552d lid 2
Essentie
1. Na inbeslagname van een hond onder X heeft de Officier van Justitie, zonder toepassing van art. 116 lid 3 Sv, de hond teruggegeven aan Y. Het beklag van X heeft het rechtskarakter van een beklag omtrent het voornemen van de Officier van Justitie het inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de beslagene te doen teruggeven (vgl. NJ 1996, 526).
2. Rechtbank oordeelt dat niet kan worden vastgesteld wie redelijkerwijs als rechthebbende van de hond moet worden aangemerkt, zodat de hond aan de beslagene (X) moet worden teruggegeven. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.