NJB 2007, 435
HR, 23-01-2007, nr. 00536/06
HR 23-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3587
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2007
- Magistraten
Mrs. Corstens, Van Schendel en Thomassen
- Zaaknummer
00536/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ3587
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ3587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Wegens 1. medeplegen van computervredebreuk en 3. subsidiair medeplegen van poging tot oplichting werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk.
In cassatie wordt namens de verdachte aangevoerd dat van (poging tot) oplichting geen sprake is omdat het kastje waarmee gewerkt werd een ondeugdelijk middel zou zijn. De klacht van het middel mist doel omdat het kastje mits juist aangesloten en ingeschakeld, wel werkte.
Uitspraak
HOGE RAAD, ONDER MEER:
3.1
De middelen — die kennelijk betrekking hebben op het onder 3 subsidiair bewezenverklaarde medeplegen van poging tot oplichting — klagen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.