RvdW 2007, 115
Geen denaturering getuigenverklaring; voorwaardelijk opzet op mishandeling.
HR 16-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AY9172
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02655/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AY9172
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AY9172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AY9172, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2005
- Wetingang
Sv art. 342; Sv art. 359 lid 2; Sr art. 300
Essentie
1. Het uit de verklaring van de getuige dat verdachte hem met zijn hand in zijn gezicht heeft geraakt, weglaten dat de getuige vermoedde dat verdachte hem opzij wilde duwen, levert geen denaturering van die verklaring op.
2. Verdachte heeft getracht tussen twee naast elkaar staande beveiligers door te komen door zijn armen te spreiden en te duwen, waarbij hij met zijn hand in de richting van het gezicht van X heeft geslagen en hem heeft geraakt. Deze gedragingen kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op het mogelijke gevolg —: het toebrengen van letsel aan X — dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.