NJB 2007, 384
HR, 16-01-2007, nr. 00756/06
HR 16-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3289
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2007
- Magistraten
Mrs. Davids, Van Dorst, De Savornin Lohman, Van Schendel en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00756/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AZ3289
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ3289, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2007
Essentie
Everyone charged with a criminal offence has the following minimum rights:
To be informed, in a language which he understands and in detail, of the nature and cause of the accusation against him (art. 6 lid 3 sub a EVRM).
Het enkele ontbreken van een vertaling (in het Nigeriaans) van de inleidende dagvaarding in een taal die de verdachte begrijpt, brengt nog niet de nietigheid van die dagvaarding met zich. Als de rechter van oordeel is dat niet is gebleken dat aan de verdachte de inhoud is meegedeeld of dat aan hem een vertaling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.