RvdW 2007, 49
Geen misbruik bevoegdheid door OvJ bij bevel afname DNA.
HR 19-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1685
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02658/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AZ1685
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1685, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2005
- Wetingang
Essentie
DNA-onderzoek cfm art. 151b Sv kan ook worden bevolen om bevestiging te krijgen van reeds vergaarde onderzoeksresultaten, zoals verklaringen van verdachte omtrent zijn betrokkenheid bij het strafbare feit. Tegen die achtergrond is 's hofs oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de OvJ het bevel tot afname van DNA voor een ander doel (opname van verdachtes DNA-profiel in de DNA-databank) heeft gebruikt dan waarvoor die bevoegheid is gegeven, niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 juni 2005, nummer 22/005914–04, in de strafzaak tegen: R.A.Z. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.