RvdW 2007, 46
Beperkte toepasselijkheid inkeerbepaling art. 69 lid 3 AWR op medeplegers en feitelijk leidinggevers.
HR 19-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY6710
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01707/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AY6710
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY6710, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY6710, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2006
- Wetingang
Sr art. 47; Sr art. 50; Sr art. 51; AWR art. 69 lid 3
Essentie
Aan de verdachte feitelijk leidinggever of medepleger komt in beginsel geen beroep toe op de inkeerbepaling van art. 69 lid 3 AWR. Deze is alleen op de ‘schuldige’ van toepassing, behoudens bijzondere omstandigheden, bijv. indien de inkeer door de verdachte leidinggever of medepleger is bevorderd.
Samenvatting
HR: Art. 69 lid 3 AWR sluit onder de daar genoemde omstandigheden strafvervolging van de ‘schuldige’ uit. Dit heeft tot gevolg dat degene die feitelijk leiding heeft gegeven aan de aan de schuldige verweten gedraging of die deze gedraging heeft medegepleegd, niet van de inkeer van de schuldige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.