NJB 2007, 170
HR, 12-12-2006, nr. 02260/05
HR 12-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7767
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 december 2006
- Magistraten
Mrs. Mrs. Koster, Van Dorst, Van Schendel, Ilsink en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02260/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AY7767
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7767, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2005
- Wetingang
Essentie
De bewijsmiddelen die het hof heeft gebruikt om tot bewezenverklaring te komen, kunnen de gevolgtrekking toelaten dat de verdachte door misbruik van zijn uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding de aangeefsters heeft bewogen die handelingen te ondergaan maar daaruit kan niet worden afgeleid dat telkens sprake was van door een feitelijkheid dwingen in de zin van de art. 242 en 246 Sr.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
(…)
3.1
Het middel klaagt erover dat de bewezenverklaring voor zover inhoudende dat de verdachte de aangeefsters heeft gedwongen tot het ondergaan van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.