NJ 2007, 12
Oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening en bevoordeling en een nadien vernietigd geregistreerd partnerschap.
HR 12-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0649
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 december 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00418/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ0649
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ0649, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2006
- Wetingang
Sr art. 310; Sr art. 326; BW art. 1:77 lid 1; BW art. 1:80a lid 7
Essentie
Een huishoudelijke hulp is met een hoogbejaarde, dementerende vrouw een samenlevingsovereenkomst aangegaan. Verdachte en de huishoudelijke hulp hebben de tenaamstelling van de rekening van de hoogbejaarde vrouw laten wijzigen, waarna zij in een korte periode veelvuldig geldbedragen hebben opgenomen. Het middel stelt dat verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan diefstal en oplichting omdat de verdachte gemachtigd was althans toestemming had om over de rekeningen van het slachtoffer te beschikken. HR verwijst naar de conclusie waarin wordt opgemerkt dat het geregistreerd partnerschap wegens een gebrek in de wil is vernietigd en dat deze terugwerkt tot het tijdstip waarop het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.