HR, 05-12-2006, nr. 03451/05

Documentgegevens:

HR 05-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0688

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 5 december 2006
Magistraten: Mrs. Koster, Balkema en Van Dorst
Zaaknummer: 03451/05
Conclusie: A-G Vellinga
LJN: AZ0688
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2006:AZ0688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ0688, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2006
Wetingang: Sv art. 350; Sv art. 351; Sv art. 352; Sv art. 353; Sv art. 354; Sv art. 355; Sv art. 356; Sv art. 357; Sv art. 358; Sv art. 359

Essentie

Wegens medeplegen van gijzeling werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot tien maanden gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk.

Het procesverbaal van de zitting in hoger beroep houdt in dat de pleitnotities van de raadsman bij de stukken zijn gevoegd. Zij ontbreken echter bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken en blijken onvindbaar te zijn. Hoewel het proces‑verbaal gewaagt van een verweer dat weergegeven is in het arrest (en vervolgens werd verworpen), is opengebleven de mogelijkheid dat ook andere verweren zijn gevoerd dan het in het arrest genoemde, terwijl de Hoge Raad ook niet kan nagaan of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.