NJ 2008, 226
HR, 05-12-2006, nr. 03090/05P
HR 05-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY9179, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03090/05P
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AY9179
- JCDI
JCDI:ADS111690:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY9179, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY9179, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2006
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; Sv art. 359a
Essentie
Profijtontneming. Het oordeel dat het tijdsverloop van 5 jaar en iets meer dan 10 maanden tussen het instellen van hoger beroep en de einduitspraak moet leiden tot de uitzonderlijke beslissing van niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, is ontoereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 29 september 2005, nummer 22/005156-00, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van A.I. Adv. mr. A.H.J. Neels te Vlissingen.
Voorgaande uitspraak
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.