HR, 05-12-2006, nr. 01089/06

Documentgegevens:

HR 05-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0662

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 5 december 2006
Magistraten: Mrs. Koster, Balkema en Van Dorst
Zaaknummer: 01089/06
Conclusie: A-G Wortel
LJN: AZ0662
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2006:AZ0662, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ0662, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2006
Wetingang: Sv art. 250; Sv art. 251; Sv art. 252; Sv art. 253; Sv art. 254; Sv art. 255; Sv art. 256; Sv art. 257; Sv art. 258; Sv art. 259

Essentie

Wegens diefstal door twee of meer verenigde personen werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf waarvan een maand voorwaardelijk.

De Hoge Raad zet uiteen de eisen waaraan de nadere bewijsoverweging wat betreft de daarin weergegeven redengevende feiten en omstandigheden moet voldoen. Van die feiten en omstandigheden moet de rechter die zich daarbij beroept, op niet in de bewijsmiddelen vermelde gegevens met voldoende mate van nauwkeurigheid in het bijzonder aangeven aan welk wettig bewijsmiddel zij zijn ontleend.

HR, 05-12-2006, nr. 01089/06

Essentie

Uitspraak

Hoge Raad, onder meer:

3.1

3.2.1