NJ 2007, 233
Niet onrechtmatig getapt. Beoordeling tapbevel/machtiging door OvJ, R-C en zittingsrechter.
HR 21-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9673, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
03247/05
- Conclusie
P-G Fokkens
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AY9673
- JCDI
JCDI:ADS116996:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY9673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY9673, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑03‑2006
- Wetingang
Essentie
Beroep op onrechtmatige bewijsgaring (ten onrechte een tapbevel gegeven) is op toereikende gronden verworpen. Het hof kon oordelen, dat de R-C i.c. in redelijkheid tot het afgeven van een machtiging had kunnen komen, in aanmerking genomen dat het vermoedelijk ging om diefstal of verduistering door brandweerpersoneel van een mobiele telefoon die in een brandweerauto in een afgesloten brandweerkazerne lag, waardoor — mede gelet op de mogelijk ernstige gevolgen van het delict — de materiële en de personele betrouwbaarheid, alsmede de integriteit van het brandweerkorps in het geding waren.
Samenvatting
Verweer: De opgenomen telefoongesprekken zijn onrechtmatig verkregen nu ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.