NJ 2006, 631
Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten ten aanzien van de strafoplegging voldoende weerlegd in strafmotivering en bewijsmiddelen.
HR 14-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY0127
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02535/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AY0127
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY0127, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY0127, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
In cassatie wordt geklaagd dat het Hof heeft verzuimd de redenen op te geven die hebben geleid tot afwijking van ter terechtzitting in hoger beroep uitdrukkelijk namens de verdachte onderbouwde standpunten met betrekking tot de strafoplegging. Voorts wordt geklaagd over de begrijpelijkheid van de strafoplegging. De HR zet uit een waarom in casu de uitdrukkelijk onderbouwde standpunten voldoende zijn weerlegd in de strafmotivering en door de opname van een bewijsmiddel.
Samenvatting
Door de verdediging is aangevoerd dat de rolverdeling tussen de verschillende personen binnen de ondernemingen waaraan de verdachte leiding gaf en in samenhang daarmee de mate van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.