RvdW 2006, 1091
Begeleider van getuige had zelf als getuige beëdigd moeten worden; substantiële nietigheid.
HR 14-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX7447
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01939/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AX7447
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX7447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX7447, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2005
- Wetingang
Sv art. 290
Essentie
Gezien de door de begeleider van de getuige aan het hof gegeven informatie met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke toestand van de getuige, waarna het hof het verhoor van de getuige heeft beëindigd en het verzoek tot het horen van die getuige door de R-C heeft afgewezen, had het hof de begeleider moeten aanmerken als getuige. Dat deze getuige niet is beëdigd leidt tot substantiële nietigheid.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 december 2004, nummer 22/003394–04, in de strafzaak tegen C.S.S. Adv. mr. G. Spong ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.