RvdW 2006, 1069
Beroep op onrechtmatige aanhouding onvoldoende gemotiveerd verworpen en ten onrechte bewijsmiddelen niet uitgewerkt.
HR 07-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8901
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 november 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02556/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AY8901
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8901, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8901, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑09‑2006
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 3; Sv art. 359a
Essentie
Het verweer — inhoudende dat sprake is van onrechtmatige aanhouding en dat verdachte moet worden vrijgesproken ’ is door het hof verworpen op de grond dat de omstandigheden waaronder de politie verdachte in de buurt van de gestolen fiets aantrof, voldoende grond vormden voor een redelijk vermoeden van schuld. HR: het hof heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, ten onrechte volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen cfm art. 359 lid 3 Sv. Ook heeft het Hof verzuimd met voldoende mate van nauwkeurigheid aan te geven waaraan het de in zijn overweging vermelde feiten en omstandigheden heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.