NJ 2006/603:Toezicht ex art. 12 Destructiewet en vordering ex art. 5.17 Awb. Onbevoegd opgemaakt p-v t.z.v. art. 184 Sr.

NJ 2006/603

Toezicht ex art. 12 Destructiewet en vordering ex art. 5.17 Awb. Onbevoegd opgemaakt p-v t.z.v. art. 184 Sr.

Documentgegevens:

HR 31-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7790

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 31 oktober 2006
Magistraten: Mrs. G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
Zaaknummer: 02857/05E
Conclusie: A-G Machielse
LJN: AY7790
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2006:AY7790, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑10‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY7790, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2006
Wetingang: Destructiewet art. 12; Destructiewet art. 24; Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Destructiewet art. 1a; Sr art. 184; Sv art. 344 lid 1 onder 2 en 5; Besl. buitengewoon opsporingsambtenaar art. 2; Besl. buitengewoon opsporingsambtenaar art. 3.1

Essentie

1. Het Hof heeft terecht beslist dat de desbetreffende ambtenaar van de Keuringsdienst van Waren bevoegd toezicht ex art. 12 Destructiewet heeft uitgeoefend en een vordering ex art. 5:17 Awb heeft gedaan, aldus de CAG waarnaar de HR verwijst.

2. De HR stelt vast dat de desbetreffende buitengewoon opsporingsambtenaar ter zake een opsporingsbevoegdheid had ex art. 2 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Warenautoriteit 2002. Hij was evenwel in die hoedanigheid niet bevoegd tot het opmaken van proces-verbaal terzake van het misdrijf van art. 184 Sr, gelet op art. 3.1 van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.