NJ 2006, 581
: Verzuim getuige opnieuw op te roepen. Nietigheid.
HR 17-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY0112
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02474/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AY0112
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY0112, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY0112, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑01‑2006
- Wetingang
Sv art. 287 lid 3; Sv art. 288 lid 1; Sv art. 288 lid 3
Essentie
Het proces-verbaal van de terechtzitting houdt niet in dat de Advocaat-Generaal en de verdediging op de voet van art. 288, derde lid, Sv uitdrukkelijk hebben ingestemd met het afzien van de hernieuwde oproeping van de daar niet verschenen getuige.Derhalve had het Hof op grond van art. 287, derde lid, Sv de hernieuwde oproeping van die getuige moeten bevelen of daarvan op de voet van art. 288, eerste lid, Sv bij een met redenen omklede beslissing kunnen afzien. Een dergelijke beslissing ontbreekt evenwel. Dit verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.