JOL 2006, 643
Opheffing ongewenstverklaring als vreemdeling na veroordeling wegens verblijf in strijd met ongewenstverklaring geen grond voor herziening.
HR 17-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0248
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
01881/06H
01882/06H
01883/06H
01884/06H
01885/06H
01886/06H
- LJN
AZ0248
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ0248, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑10‑2006
Essentie
Opheffing ongewenstverklaring als vreemdeling na veroordeling wegens verblijf in strijd met ongewenstverklaring geen grond voor herziening.
Uitspraak
Arrest
op de aanvragen tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 juni 2004, nummer 23–003802–03, en van de in kracht van gewijsde gegane vonnissen van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam van — 28 maart 2003, nummer 13–020516–03, — 26 augustus 2003, nummer 13–020904–03 en 13–020516–03 (tul), — 8 oktober 2003, nummer 13–021760–03, — 4 juli 2004, nummer 13–037471–04 en — 16 augustus 2004, nummer 13–021317–04, ingediend door mr. M.G.C. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.