RvdW 2006, 959
Criteria bij vaststelling omvang wederrechtelijk verkregen voordeel.
HR 10-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7386
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02961/05P
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AY7386
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7386, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2006
Essentie
Criteria bij vaststelling omvang wederrechtelijk verkregen voordeel.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 6 april 2005, nummer 22/000460–04, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 7 november 2003 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 310 948,50.