RvdW 2006, 936
Motivering hogere straf dan gevorderd onder art. 359 lid 2 Sv.
HR 03-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX5479
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01159/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AX5479
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX5479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX5479, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2005
- Wetingang
Sv art. 311 lid 1; Sv art. 359 lid 2; Sv (oud) art. 359 lid 7
Essentie
De enkele vordering van het openbaar ministerie levert geen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt op. Afwijking van die vordering behoeft dan ook niet op grond van art. 359 lid 2 Sv nader te worden gemotiveerd. Dit neemt niet weg dat zich het geval kan voordoen dat de door de rechter opgelegde straf in die mate afwijkt van de door het openbaar ministerie gevorderde straf dat de strafoplegging zonder opgave van redenen die tot die afwijking hebben geleid, onbegrijpelijk zou zijn.
Samenvatting
Op grond van het tweede lid van art. 359 Sv, zoals dat sinds 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.