NJ 2006, 332
Gebruik van een bij de politie afgelegde verklaring van getuige die zich ter zitting op zwijgrecht beriep.
HR 06-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1633
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2006
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01711/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AV1633
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV1633, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV1633, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑08‑2005
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d; Sv art. 338
Essentie
Een getuige heeft in zijn eigen strafzaak in Duitsland, die onder meer betrekking had op dezelfde feiten, te weten de uitvoer van XTC, als waarvan de verdachte in Nederland wordt verdacht, verklaard dat de verdachte wetenschap had van de uitvoer. De getuige is opgeroepen ter zitting en heeft zich aldaar beroepen op zijn zwijgrecht. In aanmerking genomen dat hij als getuige is opgeroepen en is gehoord ter terechtzitting door het Hof en dat de verdediging gelegenheid heeft gehad om over die getuige, diens eerder afgelegde verklaringen en over hetgeen hij ter terechtzitting heeft verklaard naar voren te brengen wat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.