NJ 2006, 329
In strafmotivering kan enkel worden gesproken van recidive in geval van eerdere onherroepelijke veroordeling.
HR 06-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV7970
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01403/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AV7970
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV7970, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV7970, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2005
- Wetingang
Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Essentie
Het Hof heeft bij de strafoplegging betrokken dat de verdachte zich ook heeft schuldig gemaakt aan een ander strafbaar feit waarvoor het Hof de verdachte op dezelfde datum heeft veroordeeld. Nu dat geen onherroepelijke veroordeling betrof, had het Hof dat feit niet bij de strafoplegging in aanmerking mogen nemen. Aan het middel dat daarover terecht klaagt, is evenwel het belang komen te ontvallen nu genoemde veroordeling bij arrest van de HR inmiddels onherroepelijk is geworden.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Leeuwarden van 23 december ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.