RvdW 2006, 555
Geen specialis-generalis verhouding tussen enerzijds artt. 266 lid 1 en 285 lid 1 Sr en anderzijds art. 285b lid 1 Sr.
HR 30-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW0476
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02038/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AW0476
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AW0476, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AW0476, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2005
- Wetingang
Sr art. 55 lid 2; Sr art. 266 lid 1; Sr art. 285 lid 1; Sr art. 285b lid 1
Essentie
De artt. 266 lid 1 en art. 285 lid 1 Sr verhouden zich niet tot art. 285b lid 1 Sr als een bijzondere tot een algemene strafbepaling.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 maart 2005, nummer 23/000593–03, in de strafzaak tegen Z.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van zaak A feit 1 en zaak B feit 1 primair en hem voorts ter zake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.