RvdW 2006, 550
Niet tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafverzwarende omstandigheid mag meegenomen worden bij de strafoplegging.
HR 30-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW0475
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
02021/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AW0475
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW0475, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW0475, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2005
- Wetingang
Sv art. 359 lid 6; Sr art. 141 lid 2
Essentie
De rechter mag bij de strafoplegging ten nadele van de verdachte rekening houden met een omstandigheid die, hoewel dat had gekund, niet als strafverzwarende omstandigheid is tenlastegelegd en bewezenverklaard.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 oktober 2004, nummer 22/005071–03, in de strafzaak tegen T. Adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 'openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen' veroordeeld tot een taakstraf, in de vorm van een werkstraf, voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.