RvdW 2006, 551
Geen sprake van medeplegen van verkoop van softdrugs voor eigenaar coffeeshop.
HR 30-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV2344
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00641/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AV2344
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV2344, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV2344, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2005
- Wetingang
Essentie
De enkele omstandigheden dat verdachte eigenaar was van de coffeeshop van waaruit softdrugs werden verkocht en de verantwoordelijkheid droeg voor hetgeen daar gebeurde zijn in casu onvoldoende om te kunnen spreken van het medeplegen van het verkopen van hoeveelheden hennep en hashish van minder dan 30 gram.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 november 2004, nummer 21/000236–04, in de strafzaak tegen A. Adv. mr. R.B.J.G. Baggen te Druten.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.