NJ 2006, 275
Dagvaarding van verdachte die Nederlandse taal niet machtig is.
HR 18-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1156
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
01264/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AV1156
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV1156, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2005
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 3
Essentie
Het ontbreken van een vertaling van de inleidende dagvaarding in een taal die de verdachte begrijpt, brengt geen nietigheid van die dagvaarding mee. Wel moet de rechter, als hij van oordeel is dat de verdachte daardoor in zijn verdediging is geschaad, het onderzoek schorsen opdat de verdachte alsnog op de hoogte kan worden gesteld van de tegen hem ingebrachte beschuldiging. Ook als de Politierechter ten onrechte zou hebben nagelaten om die reden het onderzoek te schorsen, zou dit het Hof niet hebben genoopt tot terugwijzing van de zaak naar de Politierechter.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.