JOL 2006, 206
Vaststelling voordeel uit andere feiten in de zin van art. 36e, lid 3 Sr.
HR 04-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AV0397
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
01092/05P
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AV0397
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AV0397, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AV0397, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2006
Essentie
Vaststelling voordeel uit andere feiten in de zin van art. 36e, lid 3 Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 29 oktober 2004, nummer 24/000963–02, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1943, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te Assen van 25 juni 2002 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.